Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat [16]Moab en [17]Seir zeggen: Ziet, het huis van Juda is [18]gelijk al de heidenen; 16. Zie Jer.48:1, enz. 17. Dat is, het land Edom, en voorts de Edomieten, Ezau's nakomelingen, op welken dit land vervallen was van Seirs nakomelingen. Zie Gen.36:20; alzo onder hfdst.35 vs.2, enz., en wijders van Edom, Jer.49:7; Obad.:1, enz. 18. Dat is, zij hebben zich ingebeeld dat zij een bijzonder eigendom en volk Gods waren, en een voortocht bij hem hadden boven andere natien, maar het blijkt nu wel anders, omdat zij niet meer van de Babyloniers verschoond worden dan anderen; spottende alzo met Gods verbond en zijne kerk, ja met den God van Israel zelf.